Vorige

Populatie libellen sinds 2008 met ruim een kwart gedaald

Beeld
Shutterstock

Tussen 2008 en 2024 zijn libellenpopulaties in Nederland gemiddeld met 28% afgenomen. Niet alleen zeldzame en kwetsbare soorten nemen in aantal af, maar ook de algemene soorten, zoals het lantaarntje. Sommige warmteminnende soorten, zoals de vuurlibel, profiteren van klimaatverandering en nemen gemiddeld juist toe.

Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS en De Vlinderstichting. Sinds 1998 worden libellen tweewekelijks geteld op vaste routes, als onderdeel van het Landelijk Meetnet Libellen. Daarmee kan voor ieder jaar een gemiddelde populatie-index worden berekend op basis van 47 soorten. Hiermee zijn veranderingen door de tijd te volgen. Nederland telt ongeveer 64 soorten libellen, maar van de overige zeventien soorten zijn onvoldoende betrouwbare gegevens beschikbaar om te gebruiken voor de populatie-index.

Koude- en warmteminnende soorten

De achteruitgang van libellen is het sterkst te zien bij koudeminnende soorten, zoals de groene glazenmaker en de noordse winterjuffer. Deze groep libellen is sinds de start van de metingen met ongeveer 75% afgenomen, gemiddeld 5% per jaar. Sommige soorten, zoals de maanwaterjuffer en de noordse witsnuitlibel, zijn in de laatste twaalf jaar met meer dan 95% afgenomen.

Warmteminnende soorten, zoals de vuurlibel en de zuidelijke keizerlibel, nemen als groep juist toe met gemiddeld 5% per jaar. Deze groei vlakt de laatste jaren enigszins af.

Ook algemeen voorkomende soorten nemen af. De vijftien meest algemene libellen van Nederland, waaronder het lantaarntje en de paardenbijter, zijn sinds 1999 met gemiddeld 15% afgenomen. Deze daling wordt waarschijnlijk niet verklaard door de temperatuurvoorkeur van deze soorten, want deze algemene soorten zijn gemiddeld meer warmte- dan koudeminnend.

Vooral afname in vennen en hoogveen

Naast libellen die op vrijwel alle watertypen voorkomen (zoals het lantaarntje), zijn sommige libellen specialisten van bepaalde leefgebieden. Van deze specialisten gaan libellen van vennen en hoogveen, zoals de speerwaterjuffer en de venglazenmaker, sinds 2010 achteruit. Hierbij speelt klimaatopwarming en verdroging een belangrijke rol. In warme zomers kan het water in vennen en hoogveen flink opwarmen. Dit leidt bij de libellen in deze groep (waaronder meer koude- dan warmteminnende soorten) tot hittestress.

Ook vallen vennen onder dergelijke omstandigheden vaker droog, waardoor libellen zich niet meer kunnen voortplanten en populaties plaatselijk kunnen verdwijnen. Zo is de libellenstand van vennen en hoogveen na de droge zomers van 2018 en 2019 sterk afgenomen. Hierna volgde geen herstel.

Libellen van laagveen en moerassen, zoals de gevlekte witsnuitlibel, namen aanvankelijk toe, maar zijn sinds 2018 met ruim 20% afgenomen. Wel liggen de aantallen libellen van dit leefgebied nog iets boven die van 1999. Libellen van stromend water, zoals de weidebeekjuffer, zijn over de hele periode toegenomen met 43%.

Gerelateerde content

Registreren

Selecteer een van de demo’s en krijg vijf dagen gratis toegang tot PlatformGroen

Onbeperkt gebruik maken van PlatformGroen?
Bekijk de mogelijkheden.

Heeft u een abonnement op Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij, maar geen account?
Neem contact met ons op.

Al een account?
Inloggen

Log hier in met uw account van Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij.

Heeft u een abonnement op Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij, maar geen account?
Neem contact met ons op.

Sluit venster
  • Feedback ontvangen wij graag!

Sluit venster