Ruim tweehonderd essen die mogelijk tolerant zijn voor essentaksterfte zijn geïdentificeerd door het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN). De gezonde bomen stonden in opstanden tussen vele dode en aangetaste essen. CGN heeft de bomen vegetatief vermeerderd (geoculeerd), zodat er nu zes tot acht boompjes per genotype op de kwekerij staan voor verder onderzoek.
De gevoeligheid van essen voor de essentaksterfte is grotendeels genetisch bepaald. In juni 2017 riep het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) daarom de hulp van het Nederlandse publiek in. Via Essentaksterfte.nu konden m het publiek aangeven waar gezonde en waar zieke essen stonden. Deze oproep leidde tot het vinden van de ruim tweehonderd mogelijk tolerante essen. Tolerant wil zeggen dat de boom geen of weinig schade ondervindt van de ziekte.
De onderzoekers hebben de boompjes kunstmatig geïnfecteerd verspreid over de zomers van 2019, 2020 en 2021. Zodoende kunnen ze hun gevoeligheid voor de schimmel vaststellen. Met een besmet stukje hout brengen ze de schimmel aan via een wond in de stam van de boom (bekijk dit filmpje over stamwondinoculatie). In de maanden na kunstmatige infectie sterft er weefsel af rondom de infectiewond, dit noemt men ook wel een laesie. Op basis van de lengte van de laesies bepalen de onderzoekers vervolgens de gevoeligheid. De laesielengte van de cultivar Westhof’s Glorie, de referentieboom, was 22,8 centimeter in 2019. Van deze bomen stierf de hoofdscheut en liep de boom onder de laesie weer uit.