De rechter heeft Staatsbosbeheer veroordeeld tot een boete van €1.000 wegens het ‘opzettelijk doden’ van eenden bij maaiwerkzaamheden. Een loonwerker die de werkzaamheden uitvoerde, kreeg een boete van €500.
Op 17 mei 2021 ziet een wandelaar langs de Molenweg in de Hoeksche Waard zeven dode eenden in de berm liggen. Ook de nesten van de eenden met eieren zijn verwoest. De dader blijkt een loonwerker die in opdracht van Staatsbosbeheer met zijn tractor de berm heeft gemaaid.
Niet opzettelijk
Het Openbaar Ministerie beschuldigt Staatsbosbeheer ervan de eenden opzettelijk te hebben gedood. De uitspraak schiet Staatsbosbeheer in het verkeerde keelgat en de organisatie gaat in beroep. „Het is gebeurd, maar niet opzettelijk,” stelt een woordvoerder voor de economische politierechter in Rotterdam. „Als we het idee hadden gehad dat daar eenden broedden, dan hadden we absoluut niet gemaaid.”
De rechter legt echter uit dat ‘per ongeluk’ onder bepaalde omstandigheden juridisch ook als opzet kan worden geduid. „Er moest kruid worden weggemaaid, heb ik begrepen. Dat gebeurde in het broedseizoen. Dan zou je denken: hoge vegetatie aan de walkant, goed kijken of daar vogels onder zitten.”
Eendennesten gemist
De woordvoerder van Staatsbosbeheer verklaart dat dit ook is gebeurd. „We zijn de weg afgelopen en we hebben goed gekeken. In het talud naar de sloten hebben we de eendennesten gemist.” De rechter wijst erop dat de loonwerker het ‘gewaagd’ vond om te maaien zonder dat er voorgelopen was. De woordvoerder stelt echter dat het niet mogelijk was om beneden bij de sloot te kijken. Maar daar neemt de rechter geen genoegen mee: „Dan verzin je toch een manier? Duw met een lange stok het gras opzij, ik zeg maar wat.”
De woordvoerder van Staatsbosbeheer zegt dat ze nooit vogels heeft zien broeden langs de Molenweg. Dit is de crux wat de rechter betreft: „Uit het dossier komt naar voren dat dát de reden is waarom er niet echt is voorgelopen. Daar draait het in deze zaak om: of er opzet was of niet.”
Wel sprake van opzet
De Officier van Justitie meent dat er wel degelijk sprake is van opzet. „Staatsbosbeheer zegt dat de ervaring had geleerd dat langs de Molenweg weinig vogels broedden. Dat betekent dat er rekening mee moest worden gehouden dat er in het broedseizoen wel énkele vogels langs de sloot konden broeden. Door de Molenweg onvoldoende voor te lopen en toch te maaien, heeft Staatsbosbeheer bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat eenden gedood zouden worden.”
De rechter gaat mee in dit argument en stelt dat Staatsbosbeheer meer had moeten doen om de eenden te beschermen en daarom schuldig is aan ‘voorwaardelijke opzet’. „Staatsbosbeheer heeft het risico genomen dat er eenden in de berm konden broeden en heeft onvoldoende gedaan om de risico’s in te dammen.” Het was daarbij onvoldoende om de loonwerker te vertellen dat hij rustig moest maaien en moest uitzien naar eenden die opvliegen. „Eenden vliegen niet op, die duiken weg,” aldus de rechter.
