Vorige

Stadsvogels gaan achteruit

Beeld
Shutterstock

Meer stadsvogels gaan achteruit in aantal dan vooruit. Vooral soorten die in parken, tuinen, struiken en struwelen leven hebben het zwaar. Dat blijkt uit de nieuwste Stadsvogelbalans die Sovon heeft gemaakt in opdracht van Vogelbescherming Nederland.

De Stadsvogelbalans gaat over de periode van 2007 tot en met 2021. Een aantal soorten van parken, tuinen, struiken en struwelen, laat in deze periode zelfs een achteruitgang zien van meer dan vijf procent per jaar.

Typische soorten voor tuinen, parken, struwelen en struiken zijn merels, zanglijsters, staartmezen, groenlingen en fitissen. De laatste drie soorten gaan het sterkst achteruit. Dit zijn typisch vogels die graag hun nest bouwen in struiken – of in het geval van fitis op de grond – en hun voedsel zoeken in een groene omgeving.

stadsvogels
Vooral vogels die in struiken broeden, nemen in aantal af in de stad.

Minder struiken

De oorzaak van de sterke afname van struikbroeders lijkt volgens de auteurs vooral te liggen in het feit dat struwelen worden omgezet in gazons die strak worden gemaaid. Ook in tuinen worden struiken en hagen dikwijls vervangen door schuttingen. Daarnaast wordt de afname van de groenling in dorpen en steden hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door de ziekte ‘het geel’. Door het aanplanten van dichte struiken, of een schutting te laten begroeien met klimop, kunnen soorten als staartmees en groenling weer een plek vinden in dorpen en steden.

Afname huizenbroeders

Vogels als gierzwaluw, huismus en spreeuw zijn sterk gebonden aan onze gebouwen, omdat ze daar hun nesten hebben. De Stadvogelbalans laat bij deze groep een gemiddelde afname zien van tien procent. Voornaamste oorzaak hiervan is het na-isoleren van huizen waardoor nestgelegenheid verdwijnt. Daarnaast lijkt een oorzaak te liggen in het gebrek aan voedsel en plekken om te schuilen. 

Meer watervogels

Water- en moerasvogels nemen in dorpen en steden juist toe. Met name de verbeterde waterkwaliteit en aanleg van meer waterpartijen in bebouwd gebied zorgen hiervoor. Er zijn meer krakeenden en ganzen in bebouwd gebied. Opvallend is dat de wilde eend nog steeds in aantal achteruitgaat.

stadsvogels
Steeds meer krakeenden weten de weg naar bebouwd gebied te vinden.

Stadsvogels graadmeter voor groen

Vogels gelden als een graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels in een stad, dan gaat het goed met het groen in de omgeving. De Stadsvogelbalans geeft de meest recente stand van de broed- en wintervogels in stad en dorp weer. Ook behandelt de Stadsvogelbalans een aantal thema’s, zoals dakbroeders, stadsvogels en katten, beperkingen voor struikbroeders, klimaatverandering en het belang van tuinen voor vogels.

Er zijn 61 vogelsoorten onderzocht, die onderverdeeld zijn in zeven ‘gildes’, zoals vogels van de bebouwing, of struik- en struweelbroeders. Van de zeven gildes gaan er drie in aantallen achteruit en slechts één vooruit (de water- en moerasvogels). Vogelsoorten die in bebouwd gebied afnemen, doen het overigens in de rest van Nederland wel goed.

Gerelateerde content

Abonneer
Laat het weten als er
Registreren

Selecteer een van de demo’s en krijg vijf dagen gratis toegang tot PlatformGroen

Onbeperkt gebruik maken van PlatformGroen?
Bekijk de mogelijkheden.

Heeft u een abonnement op Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij, maar geen account?
Neem contact met ons op.

Al een account?
Inloggen

Log hier in met uw account van Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij.

Heeft u een abonnement op Tuin en Landschap en/of De Boomkwekerij, maar geen account?
Neem contact met ons op.

Sluit venster
  • Feedback ontvangen wij al te graag!

Sluit venster