De Tweede Kamer wil dat de regering een maatschappelijke, economische en ecologische kosten-batenanalyse maakt van de afbouw van de mestderogatie. Een overtuigende meerderheid stemde voor de motie die hiertoe oproept en onder leiding van Kamerlid Thom van Campen (VVD) werd ingediend.
Een motie van BBB-leider Caroline van der Plas om af te zien van de algemene bepaling van teeltvrije bufferstroken langs waterlopen, bleef steken op de steun van een kwart van de Kamer en haalde het niet. Datzelfde geldt voor de moties van SGP’er Roelof Bisschop die opriepen om meer maatwerk en een wetenschappelijke leidraad bij het bepalen van de bufferstroken. Bisschop beriep zich daarbij op het 7e APN, dat de invoering van zo’n leidraad voorstelt.
Kalenderlandbouw
Een motie die onder leiding van Pieter Grinwis (ChristenUnie) is opgesteld en de regering vraagt om bij de ingang van de afbouw en het 7e APN op 1 januari 2023 geen harde kalenderlandbouw te verlangen van agrarische ondernemers die nu al zaaien en planten, werd aangenomen met brede steun van links tot rechts. De motie geeft echter geen eisen of handvatten voor hoe dit vorm moet krijgen, en is als gevolg daarvan vrij door de regering te interpreteren.
Kunstmest
Om te voorkomen dat het derogatieverlies meer kunstmestgebruik tot gevolg heeft, heeft de Kamer een VVD-motie aangenomen die de regering verzoekt om bij de Europese Commissie (EC) te vragen kunstmestvervangers uit dierlijke mest dit mestseizoen toe te staan. De EC hanteert hier nu nog een verbod op.
Kamerlid Leonie Vestering (Partij voor de Dieren) diende een voorstel in om kunstmestgebruik te verminderen door naast de afbouw van de derogatie ook de totale stikstofbemestingsnorm te verlagen. Haar voorstel werd verworpen.