Utrecht is uitgeroepen tot de ‘Bodemdierenstad van het Jaar’. De stad kreeg deze titel dankzij een hoge score voor de diversiteit aan bodemdieren midden in het centrum en de extra aandacht voor bodemleven. Het is de eerste keer dat de organisatie van de landelijke Bodemdierendagen deze titel uitreikt.
Tijdens de 8e editie van de Bodemdierendagen zochten enkele duizenden mensen in het hele land als citizen scientist mee naar het leven onder onze voeten. Dit jaar met speciale aandacht voor de bodemdieren in de stad door middel van de Bodemdierendagen Battle of the Cities. Stadsecologen, NME-docenten en groenbeheerders onderzochten dit najaar hoe bodemdiervriendelijk onze stadscentra zijn. Van de geselecteerde steden werd Utrecht dus uitgeroepen tot Bodemdierenstad van het Jaar. Rotterdam, Maastricht en Den Haag waren de runners-up.
Spinachtigen, pissebedden en kevers
Utrecht onderscheidt zich vooral met veel spinachtigen, pissebedden en kevers. Naaktslakken, huisjeslakken en miljoenpoten vonden de Utrechters wat minder. Molshopen ontbraken zelfs helemaal. Wel werd de gewone rookwants ontdekt. Dit bodembeestje komt pas sinds 1987 in ons land voor, met name in het zuidoosten.
Met een zoektocht op het Westplein midden in de drukte van de stad scoorde het 14-koppige team van Utrecht het op een na hoogste cijfer tijdens de stedenbattle: een 9,1 voor de Tiny Ten. Dat zijn de tien hoofdgroepen van bodemdieren die alle citizen scientists zoeken tijdens de Bodemdierendagen.
De locatie is maar driehonderd meter vanaf het stadskantoor, wat bonuspunten opleverde. En via (sociale) media liet het team de eigen stadsgenoten delen in de zoektocht en het belang van het bodemleven voor een biodiverse en klimaatbestendige stad.
„In Utrecht werken we volop om een nog groenere stad te worden. Een groene stad is een fijne stad om in te wonen, voor mensen en dieren. Het is altijd leuk en eervol als onze inzet hiervoor gewaardeerd wordt,” reageert wethouder Linda Voortman van gemeente Utrecht. „Dat geeft enorm veel motivatie om door te gaan op de ingeslagen weg.”
Bodemdiervriendelijke inrichting
In een stad gebeurt veel, met bijvoorbeeld een verdichte, vergraven of verdwenen bodem tot gevolg. Steden kunnen het leven van bodemdieren makkelijker maken door er rekening mee te houden bij de inrichting en het beheer van de bodem. Denk aan minder bestrating, bodembedekkende planten, losse boomstammetjes. Ook het achterlaten van herfstbladeren en snoeien in het voorjaar in plaats van de herfst helpen het bodemleven.
Meer dan de helft van de Nederlanders woont tegenwoordig in stedelijk gebied. Een gezonde, levende bodem is natuurlijk overal belangrijk – maar in de stad extra. Regent het hard, dan staat de straat niet binnen de kortste keren blank als je goed voor je bodem zorgt.