Varb blijft vooralsnog alleen toegankelijk voor bedrijven uit Nederland en België. Na onderzoek ziet het bestuur geen noodzaak om bedrijven uit andere landen te laten participeren op het platform.
Het bestuur van Varb heeft in het afgelopen anderhalf jaar onderzoek gedaan om te verkennen of het platform in het buitenland een aanvullende rol kan vervullen. Onderdeel van het onderzoek vormden gesprekken met betrokkenen in zes landen waarbij 36 boomkwekerijen werden bezocht. Op twee beurzen werden ook nog eens 17 buitenlandse bedrijven benaderd.
Resultaat van het onderzoek is dat het openstellen van Varb voor buitenlandse partijen zorgt voor promotie van Nederlandse en Belgische export. Door aansluiting van buitenlandse deelnemers kunnen in Europa nieuwe dwarsverbanden ontstaan. Een Duits bedrijf kan bijvoorbeeld zakendoen met een Italiaans bedrijf via Varb.
Complex
Naast bovenstaand voordeel komen uit het onderzoek ook een aantal knelpunten naar voren. Het toelaten van buitenlandse bedrijven is volgens het bestuur complex door onder andere taalbarrière, vertalingen, plantcodes en verschillen in maatvoering. Daarbij geven buitenlandse bedrijven aan tevreden te zijn over de manier waarop zij op dit moment inkopen. Zij doen dit onder andere via exporteurs, handelskwekers en vakbeurzen.
Geen noodzaak
Het bestuur van Varb ziet op dit moment dan ook geen noodzaak om bedrijven uit het buitenland te laten participeren op het platform. Wel zegt zij dat grenzen in de handel vervagen en digitale mogelijkheden zich in snel tempo ontwikkelen en dat zij daarom het onderwerp in de toekomst zal blijven volgen.