Deze week vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. De tijd dat we met een lampje op zoek moesten naar groene plannen in de verkiezingsprogramma’s ligt gelukkig lang achter ons.
Partijen lijken elkaar tegenwoordig juist af te willen troeven om nóg groener te zijn dan de ander. En waar vroeger bomen en openbaar groen vooral het speeltje waren van linkse partijen, zien we nu ook op de rechtervleugel volop groene plannen.
In de meeste gevallen wordt groen in de verkiezingsprogramma’s gekoppeld aan thema’s zoals klimaatadaptatie, welzijn en biodiversiteit. Partijen lijken ervan doordrongen te zijn dat groen nut en waarde heeft; bomen en planten worden bewust gelinkt aan onderwerpen zoals wateropvang, hittestress en gezondheid.
Net zoals groen door links en rechts wordt omarmd, lijkt er ook weinig verschil te zijn tussen landelijke en lokale partijen. Allemaal vinden ze groen belangrijk; voor de inwoners in de wijken, voor de natuur en biodiversiteit in de stad en om klimaatverandering tegen te gaan. Alleen bij de populistische partijen uiterst rechts van het spectrum speelt groen niet echt een rol in de verkiezingsprogramma’s.
Mooi natuurlijk, al die groene plannen. De vraag is alleen wat er straks in de praktijk van terechtkomt. Nu is dat natuurlijk altijd het geval, alleen staan veel gemeentes er momenteel financieel niet heel rooskleurig voor. Veel overheidstaken zijn op het bordje van de gemeentes gekomen, zonder dat hier ook geld voor is vrijgemaakt. En al snel wordt dan naar bezuinigingen gegrepen op openbare voorzieningen zoals groen. De tijd zal het leren.