Om de waterkwaliteit in Nederland te laten voldoen aan de Europese Nitraatrichtlijn, zijn meer maatregelen nodig. Dat adviseert de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie mer) in haar beoordeling van het concept van het achtste Actieprogramma Nitraatrichtlijn (8e APN).
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur had de Commissie mer gevraagd de inhoud van het 8e APN te beoordelen. Het doel van de Europese Nitraatrichtlijn is om vervuiling van grond- en oppervlaktewater door meststoffen te voorkomen. Het Rijk stelt hiervoor elke vier jaar een actieprogramma op.
Zuid-Nederland
Uit het onderzoek blijkt dat de voorgestelde aanpak niet voldoende is om de doelen voor grondwater en oppervlaktewater te halen, vooral niet in het zuiden van Nederland. Ten opzichte van het vorige actieprogramma kan volgens het onderzoek zelfs verslechtering optreden.
Het 8e APN hangt samen met andere overheidsplannen zoals klimaatmaatregelen, de stikstofaanpak, plannen voor stroomgebieden en natuurherstel. Voldoende verbetering van de waterkwaliteit is alleen mogelijk in samenhang met beleid voor onder andere landbouw en natuur. Deze ontbreekt nu, aldus de Commissie mer.
Tegenwerken of versterken
De Commissie mer adviseert om te onderzoeken of en hoe maatregelen elkaar kunnen tegenwerken of juist versterken. Dit kan worden benut om maatregelen te onderzoeken waarmee de doelen wél gehaald kunnen worden. De commissie adviseert om het onderzoek eerst aan te vullen, en daarna pas een besluit te nemen over het 8e APN.
Meer details zijn te vinden in de publicatie ‘Achtste Actieprogramma Nitraatrichtlijn – Toetsingsadvies over het milieueffectrapport‘.

