Gouda kapt de komende jaren massaal kwetsbare populieren. Dat is nodig omdat de bomen spontaan takken laten vallen en zo een gevaar vormen voor hun omgeving. Populieren zijn na de Tweede Wereldoorlog vooral in het westen van het land in grote aantallen aangeplant om nieuwe woonwijken snel aantrekkelijk te maken.
Niet meer dan een halfuurtje hebben de zware machines van de aannemer nodig om een tientallen meters hoge en ongeveer zeventig jaar oude populier te ontdoen van zijn takken en de stam in stukken te zagen. De takken worden versnipperd, de stam wordt in moten gezaagd en opgestapeld langs de kant van de Burgemeester Jamessingel in Gouda.
De kraanmachinist neemt eerst de takken en later de boom in een ijzeren greep. Klemvast, hier is geen ontkomen aan. Schijnbaar uit het niets ontvouwt zich een kettingzaag om de takken in één keer los te maken van de stam. In alle rust brengt de machtige arm van de kraan de tak, die eruitziet als een jonge boom zonder wortelkluit, naar het wegdek en legt hem daar neer. Een andere machine neemt het over en schuift het geheel in de versnipperaar.