In rap tempo verdwijnen diverse plantensoorten uit ons land. Het Levend Archief bouwt aan een nationale collectie van wilde plantenzaden, om zo soorten en hun genetische eigenschappen veilig te stellen.
De stadsmuur van Kampen staat bekend om haar muurbloemen, in Zwolle staan de kievitsbloemen tot bijna in het stadscentrum en in Deventer bloeien in april duizenden weide- en akkergeelsterren op verschillende locaties in de stad. Zomaar een paar voorbeelden van rode-lijstsoorten die in het openbaar groen voorkomen en door gemeenten worden beheerd. „Het bevestigt de waarde van het openbaar groen voor de Nederlandse flora”, stelt Nils van Rooijen, ecoloog en onderzoeker aan de Universiteit van Wageningen. „Op zich niet verwonderlijk als je bedenkt dat gemeenten veel interessante habitats beheren, zoals bermen, bossages, oevers, grasvelden, maar ook oude muren en kades.”
Nederland telt zo’n 1.500 plantensoorten, waarvan ruim een derde in meerdere of mindere mate bedreigd is en op de rode lijst staat. Van ruim zeventig soorten is de situatie zo slecht dat ze binnen niet al te lange tijd kunnen verdwijnen. Het openbaar groen herbergt een flink aantal van deze rode lijstplanten, zo blijkt uit onderzoek van Wageningen Universiteit. Tegelijk signaleert men dat veel van deze populaties kwetsbaar zijn. „Sommige soorten komen nog maar op een paar locaties voor en liggen meestal ook nog ver uit elkaar. Met een beetje pech kan zo’n groeiplek definitief verdwijnen, bijvoorbeeld door ongunstig beheer, onderhoudswerkzaamheden of stadsuitbreiding.”