Ligt het aan de eindeloos lange regenperiode? Wat een gezeik zit er in de lucht. Hoewel het deze maandag eindelijk eens droog is, wordt voor morgen één lange regenbui voorspeld. Ik stuur mijn klant een appje dat het me beter lijkt morgen niet aan de slag te gaan.
Mevrouw reageert met weinig begrip, ze staat erop dat we morgen komen. Ik bel haar en leg haar uit dat het werken in de regen meer kapot maakt dan goed doet. We lopen de bodem kapot, het werk vlot niet, enzovoort. Ze toont haar rode vlag met de opmerking: „Ja maar, jullie zijn toch niet van suiker?” Ik adviseer haar morgen zelf maar eens een dagje in de regen in haar tuin te werken.
Bij een andere klant, een paar weken eerder. Deze voormalige huisarts is het blijkbaar nog niet nat genoeg in zijn tuin. Bij het opstarten van het werk ’s ochtends zegt hij, met een hete aardappel in zijn keel, tegen de hoveniers: „Als jullie vandaag een plasje moeten doen, doe dat maar achter in de tuin tegen de haag, daar hoeven jullie niet voor naar binnen te keumen.” Ik vraag hem of hij denkt dat wij ook kunnen blaffen? Wij zijn toch geen honden? Wat een opluchting: gebruik van het sanitair wordt toch vrijgegeven.