Lente, lente, lente. Ik kan momenteel aan niet veel anders denken dan: „Jaaaaah, de lente is eindelijk weer aangebroken.” De dagen lengen significant, de kou gaat uit de lucht, en de grond warmt langzaam maar zeker op.
Het ene moment is alles nog grauw en grijs, en het volgende zie je overal fris groen. De voorjaarsbollen schieten uit de grond, de bomen bottelen, pronken met bloesem, en de eerste bijen zoemen dat het een lieve lust is. Het leven komt er weer aan.
Het lijkt alsof ik dit jaar, nog meer dan andere jaren, behoefte heb aan de lente. Afgelopen najaar voelde ook zo grauw en grijs. Andere jaren kon ik me vaak nog zorgen maken over het feit dat, volgens de Natuurkalender van Arnold van Vliet, de bloei van gewoon speenkruid, gele kornoelje, zwarte els in vergelijking met vijftig jaar geleden, gemiddeld een maand eerder begint.