De Tweede Kamer wil dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op basis niet-toetsbare stoffen niet langer wordt toegestaan. CropLifeNL vindt dat het geen recht doet aan de stappen die al zijn gezet in de verbetering van de waterkwaliteit. Een verbod is ongewenst en niet houdbaar zolang waterschappen verschillende analysemethoden gebruiken en met emissiereductieplannen grote emissiereducties zijn te bereikten.
Het verzoek om een verbod op het gebruik van middelen op basis van niet-toetsbare stoffen komt van de Partij voor de Dieren, PVV, GroenLinks en PvdA. Op 15 november werd hun motie aangenomen. Het gaat volgens hen om middelen die zó schadelijk zijn voor het milieu, dat wanneer ze zijn te meten in het water, de waterkwaliteitsnorm al vele malen is overschreden.
De indieners van de motie wijzen er op dat de niet-toetsbare stoffen volgens het Planbureau voor de Leefomgeving voor 90% van de watervervuiling zorgen, wat desastreuze effecten heeft op vissen en insecten als libellen en bijen. Daarnaast merken ze op dat er voor Nederland een grote opgave ligt om de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water in 2027 te halen en dat vervuiling door bestrijdingsmiddelen daarbij één van de problemen vormt.