Lisa Wouters (26) is sinds 2016 actief binnen de ouderlijke boomkwekerij Theo Wouters B.V. in Sint Oedenrode (N-Br). Daar houdt ze zich vooral bezig met de handel en afzet van de ca. 70 soorten sierheesters die het bedrijf teelt. Toen haar vader in 2018 na een kort ziekbed overleed, moest het gezin beslissen: stoppen of doorgaan? Samen met haar moeder Yvonne koos Lisa voor het laatste. ,,En daar heb ik nog geen moment spijt van gehad’’, vertelt ze in een gesprek met Boomteelt Koerier.
In de rubriek Jong & Ondernemend laten we jonge ondernemers in de land- en tuinbouw aan het woord. Hoe runnen zij hun bedrijf? Welke kansen en bedreigingen zien ze binnen hun vakgebied? En vooral: hoe zien zij de toekomst tegemoet? In deze aflevering: Lisa Wouters (26) uit Sint Oedenrode (N-Br.).
Wanneer wist je dat je in het ouderlijke bedrijf wilde stappen?
,,Dat is bij mij pas laat gekomen. Ik heb een opleiding als visagiste gedaan en heb ook een tijdje parttime in een kapsalon gewerkt. Ik heb lang gedacht dat werken op een boomkwekerij vooral iets voor mannen was. Maar toch.., ik liep er als meid wel altijd tussen en het werk begon me ook steeds meer te bevallen. Op m’n 20ste – dat was in 2017 – ben ik gestopt bij de kapsalon en fulltime in het bedrijf van mijn ouders gaan werken. Al gauw deed ik mee in het kantoorwerk van mijn vader. Hij leerde me vooral hoe de handel en afzet werkt en loodste me zo in dat wereldje. In 2018 overleed mijn vader Theo na een kort ziekbed. Een verdrietige periode volgde, waarin we als gezin ook nog moesten beslissen: doorgaan of stoppen? Mijn moeder wilde het bedrijf graag voortzetten – en toen heb ik besloten om er vol voor te gaan. Heel belangrijk bij die beslissing was dat we een hecht en ervaren team van medewerkers hadden – en nu nog steeds hebben. Voor wat betreft de teeltkennis leunen we als bedrijf sterk op hen – en dan met name op onze teeltmanager Roy Verkuylen. Het is dus vooral het complete team dat ons sterk maakt en ons de moed heeft gegeven om door te gaan.’’
Hoe zijn de eerste jaren verlopen? Wat viel mee en wat viel tegen?
,,De afgelopen vijf jaar heb ik me grotendeels op de handel en afzet gericht en dat is me eerlijk gezegd best goed afgegaan. De bestaande klantenkring van mijn vader is op een heel natuurlijke manier naar mij overgegaan. Dat geeft aan dat er vertrouwen is. Ook heb ik gemerkt dat ik toch wel wat ondernemender ben dan ik vooraf gedacht had. Wat dat betreft zijn de eerste zelfstandige jaren heel goed verlopen en is alles mooi op z’n plek gevallen.’’
Welke veranderingen heb je de afgelopen jaren in het bedrijf doorgevoerd?
,,Een belangrijke verandering was er in het najaar van 2018. Toen kwam de door mijn vader ontwikkelde Euonymus-soort White Spire op de markt. Deze unieke, witbonte variant is ondertussen een belangrijke soort in ons assortiment geworden. Helaas heeft mijn vader de marktintroductie net niet meer mee mogen maken, maar hij zou ongetwijfeld trots zijn op de brede belangstelling voor zijn White Spire.
Een tweede verandering is dat de we laatste jaren een wat uitgebreider assortiment zijn gaan voeren. Zo hebben we onder andere een aantal soorten toegevoegd, waardoor we de markt wat breder kunnen bedienen. Verder hebben we afgelopen jaar een hectare containerveld erbij gekregen en ook nieuw waterbassin. Daarmee kunnen we voorlopig weer vooruit.’’
Waar wil je de komende jaren naar toe met het bedrijf?
,,Ik zou nog wel wat verder willen groeien, met name in kasruimte. Daardoor zouden we ons Pieris-assortiment misschien nog wat verder uit kunnen bouwen…
Maar misschien nog wel belangrijker is dat ik wil groeien in kennis over de boomteelt. Op dit moment leun ik sterk op de teeltkennis van ons team en op de kennis van een aantal vaste adviseurs. Daar is niks mis mee, maar ik vind het belangrijk om zélf meer te weten over belangrijke thema’s zoals biologie en gewasbescherming. Daar wil ik de komende jaren echt aan werken.’’
Wat zie je als grootste uitdagingen – of knelpunten – voor de komende jaren?
,,De grootste uitdaging is misschien wel het behoud van goed personeel. Op dit moment hebben we een superleuk team met toegewijde en gedreven mensen. Daar ben ik echt heel erg blij mee! Maar ja, er kunnen altijd mensen wegvallen… Hoe vang je dat op, zowel in fysieke arbeid als in kennis? Daar maak ik me wel eens zorgen over.
Verder merken we dat sommige teelten lastiger worden door het wegvallen van gewasbeschermingsmiddelen. In de kas kunnen we dat nog redelijk opvangen door meer met biologische bestrijdingsmethoden zoals roofmijten te werken, maar in de buitenteelten zijn de mogelijkheden daarvoor beperkt. Vooral de bestrijding van spint in buitenteelten wordt een steeds grotere uitdaging, waarvan we niet weten waar het eindigt. Dat is voor ons ook een reden om meer onder glas te willen telen; daar kun je de omstandigheden veel beter in de hand houden.’’
Hoe zie je de toekomst tegemoet? Ben je over tien jaar nog boomkweker?
,,Hm… eerlijk gezegd vind ik mezelf nog geen echte boomkweker. Ik moet nog veel leren over de teelt en dat heeft gewoon tijd nodig. Maar als je bedoelt of we er als bedrijf nog zijn, dan is het antwoord absoluut: ja! We hebben als sector de wind mee, want groen is dé trend voor toekomst. Ik verwacht daarom dat de markt goed blijft. Verder hoop ik vooral dat we ons huidige team intact kunnen houden, want zij voegen allemaal iets toe aan het succes van ons bedrijf.’’
Wat vind je het mooiste aan het vak?
,,Het hoogseizoen – van februari tot april en in augustus en september – vind ik de mooiste periode. Dan staan aan het eind van de dag alle karren vol met mooie producten. Daar kan ik echt van genieten; dan zie je waar je het allemaal voor doet.’’
Tot slot: welk advies zou je startende collega’s mee willen geven?
,,Dan zou ik zeggen: maak de belangrijkste stappen – zoals bedrijfsovername – vooral voor jezelf en niet voor je omgeving. Dat is nodig om gelukkig en succesvol te kunnen zijn in je vak. Dus: onderzoek wat je echte passie is en ga daarvoor. Voor mijn vader hoefde het bedrijf niet per sé voortgezet te worden, maar ik heb er uiteindelijk bewust voor gekozen. Daardoor voelde het nooit als een grote druk, maar als een heel natuurlijke keuze.’’