Ger Koopmans is vanaf 1 april de nieuwe voorzitter van LTO Nederland, zo bepaalde de Ledenraad van de belangenbehartiger donderdag 21 maart. De 61-jarige Koopmans volgt Sjaak van der Tak op, die per 1 januari is gestopt.
Koopmans was tussen 1989 en 2002 actief voor de Limburgse Land- en Tuinbouwbond LLTB en van 2013 tot 2014 zat hij de LTO-vakgroep Kalverhouderij voor. De Limburger is blij met zijn benoeming: „Betrokkenheid bij de agrarische sector loopt als een rode draad door mijn leven en loopbaan. Eerst als boerenzoon, later als melkveehouder en daarna als politicus en in het openbaar bestuur.”
Van 2002 tot en met 2012 was Koopmans Tweede Kamerlid voor het CDA met landbouw, milieubeleid en vermindering van administratieve lasten in de portefeuille. Als gedeputeerde voor de provincie Limburg (2014 – 2021) was Koopmans verantwoordelijk voor financiën en grondzaken.
Geen hol modewoord
Waarnemend voorzitter Dirk Bruins: „Koopmans begint in een periode die voor boeren onzeker en onrustig is. We wachten op een nieuw kabinet en Europese verkiezingen staan voor de deur. Tegelijkertijd staat het water bij boeren en tuinders aan de lippen. Regelgeving uit Brussel en Den Haag blijft opstapelen.”
Koopmans: “Het probleem is niet alleen die stapeling van regels, maar ook het feit dat ze achter een bureau bedacht zijn. Het is losgezongen van de praktijk van het boerenerf. Kijk naar het vastlopen van de mestmarkt of de kalenderlandbouw met verplichte zaai- en oogstdata.” Koopmans vervolgt: “’Transitie’ mag geen hol modewoord zijn. (Jonge) ondernemers en hun gezinnen vragen terecht om een begaanbaar, helder en consistent pad waar ze zich voor een lange termijn winstgevend aan kunnen verbinden.”
Duidelijkheid is een recht
“Ik herken me dan ook zeer in de Toekomstvisie 2030 van LTO, met goed eten, sterk ondernemerschap en mooi groen als centrale pijlers”, vervolgt Koopmans. “Ieder agrarisch bedrijf is uniek. Actief in een andere sector, een andere regio en met een ander verdienmodel en afzetmarkt. Iedere ondernemer moet zijn eigen ontwikkelrichting kunnen bepalen; van inzet op innovatie tot de keuze voor natuurinclusieve extensivering. Maar álle ondernemers hebben recht op duidelijkheid en op steun van overheid en markt om die keuze ook voor langere termijn mogelijk te maken.”
