De Raad van State heeft groen licht gegeven voor de aanleg van een warmtetransportleiding door Den Haag. Vanuit diverse partijen waren bezwaren tegen de aanleg, onder andere door de Bomenstichting. Deze vreest dat bomen te lijden hebben onder een hogere bodemtemperatuur.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft alle bezwaren ongegrond verklaard tegen het zogenoemde inpassingsplan van de provincie Zuid-Holland en de omgevingsvergunning voor de aanleg ervan. Het inpassingsplan en de omgevingsvergunning maken de aanleg mogelijk van een warmtetransportleiding tussen Vlaardingen en Den Haag.
Restwarmte haven
De leiding transporteert restwarmte uit de Rotterdamse haven naar het stedelijk gebied in de regio Vlaardingen-Den Haag. Het beginpunt van de warmtetransportleiding ligt in Vlaardingen. Het eindpunt is de Uniper-centrale in Den Haag. Daar zal de warmtetransportleiding aansluiten op het bestaande warmtenet van Den Haag. De lengte van de leiding is ruim 23 kilometer. De leiding doorkruist zes gemeenten: Vlaardingen, Schiedam, Midden-Delfland, Delft, Rijswijk en Den Haag.
Bezwaar
Onder meer de gemeente Den Haag, Stichting Den Haag Fossielvrij, de Bomenstichting en Stichting Gemeente Belangen Energievoorziening hebben bij de Afdeling bestuursrechtspraak bezwaar gemaakt tegen de aanleg. Zij zijn tegen het gebruik van restwarmte die afkomstig is van fossiele bronnen uit de Rotterdamse haven.
De Bomenstichting vreest dat de verhoging van de bodemtemperatuur negatieve gevolgen heeft voor de bomen in de omgeving van het tracé. Daarnaast moeten voor de aanleg van het warmtenet bomen worden gekapt, en vreest de stichting dat van andere bomen de wortels worden beschadigd.
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft alle bezwaren tegen het inpassingsplan en de vergunningen inhoudelijk beoordeeld en ongegrond verklaard.