De bacterieziekte die iepenvergeling, ‘elm yellows’ of iepenfloëemnecrose wordt genoemd was eerst alleen bekend uit Noord-Amerika. Sinds de jaren ’80 is bekend, dat de ziekte ook in Italië aanwezig is. De afgelopen jaren is de ziekte in Duitsland en België aangetroffen. Het wachten is volgens idverde nu op de eerste melding uit Nederland.
Iepenvergeling is een bacterieziekte veroorzaakt door Candidatus Phytoplasma ulmi. Symptomen van deze ziekte kunnen op elk moment in de zomer opduiken: vergeling en omlaag buigen van het blad, bladkrulling, vroegtijdig bladverlies, heksenbezems en afsterven van takken. Vooral Amerikaanse iepensoorten zijn gevoelig: symptomen kunnen zich binnen enkele weken verspreiden van één of enkele takken naar de hele boom. Bij Amerikaanse soorten is vaak een gele verkleuring te zien van het bastweefsel. Geïnfecteerde bomen sterven meestal binnen twee jaar af.
Europese soorten minder gevoelig
Europese soorten zijn echter meestal minder gevoelig, maar kunnen alsnog allerlei symptomen krijgen, waaronder taksterfte, conditievermindering en verminderde groei. Bij deze soorten ontstaan vaak heksenbezems in de kroon of op de stam. Bomen met iepenvergeling vertonen vaak vasculaire verkleuring in de stam. Bij de iepziekteschimmel zijn het meestal de symptomatische takken die vasculaire verkleuring laten zien. Het fytoplasma van iepenvergeling overwintert in geïnfecteerde boomwortels en heksenbezems.
Iepenvergeling dodelijk
Voor Amerikaanse iepen geldt, dat de meeste besmette iepen sterven binnen één of twee jaar na de ontwikkeling van de symptomen. In Europa blijkt echter, dat veel geïnfecteerde iepen geen symptomen laten zien of alleen relatief ‘milde’ symptomen. Toch kan de schade aanzienlijk zijn; verder is nog onbekend hoe deze uitbraak zich verder ontwikkelt, nu veel iepen te lijden hebben onder droogte- en hittestress.
Er is tot op heden geen medicijn tegen iepenvergeling. Het advies luidt om geïnfecteerde bomen met symptomen uit het gebied te verwijderen om daarmee entbronnnen te verwijderen. In Duitsland zijn tijdens een grootschalig onderzoek ca. 6.500 iepen bemonsterd, Schneider et al (2020). Hiervan bleek 28% besmet met deze bacterie. Het overgrote deel van de geïnfecteerde iepen had echter geen symptomen. Die zijn dus mogelijk tolerant. Deze bomen dienen dan ook zoveel mogelijk behouden te blijven!
40 km van Nederland
De bacterie komt vooralsnog vooral voor in het oosten en zuiden van Duitsland maar is ook gezien in de omgeving van het Ruhrgebied, op nog geen 50 km van de Nederlandse grens. In België is één geval van iepengeel bekend, op iets meer dan 40 km van de Nederlandse grens. Er zijn vooralsnog geen gevallen bekend in Nederland. Dat zou ook kunnen komen doordat er nog te weinig naar is gezocht.
Idverde onderzoekt nu of iepenvergeling al in Nederland aanwezig is. Ron Schraven, hoofd Boomziekten en Aantastingen bij idverde Bomendienst: „Als onderdeel van ons iepenprogramma monitoren wij tienduizenden iepen verspreid over Nederland en Duitsland. We zijn gaan samenwerken met de NVWA om te beoordelen in hoeverre iepenvergeling al in Nederland aanwezig is. Iepenvergeling wordt verspreid door sapzuigende insecten, zoals cicades, en door wortelcontact.” Bij de inventarisatie roept idverde ook de hulp in van gemeentelijke boombeheerders. „We roepen gemeenten op om ons te laten weten of er mogelijk sprake is van iepenvergeling.”
Voor meer informatie de website van Eppo.