In het Rijksmuseum in Amsterdam is tot en met 15 januari de tentoonstelling Onderkruipsels te zien. In 140 kunstwerken toont het museum hoe onze kijk op de heel kleine beestjes in de afgelopen eeuwen is veranderd.
Van enge, vieze insecten die symbool staan voor dood en verderf naar prachtige, fascinerende wezens, waarvan we nu weten dat ze een buitengewoon belangrijke rol spelen in het ecosysteem. De uitvinding van de microscoop vormde hierin een kantelpunt, omdat daarmee de onzichtbare wereld van de heel kleine beestjes opeens toegankelijkheid werd, onder meer het bodemleven.

Enkele hoogtepunten uit de tentoonstelling zijn de tekening van een vliegend hert uit 1505 van Albrecht Dürer en de insectenaquarellen van Maria Sibylla Merian die hiervoor in de 17e eeuw naar Suriname was afgereisd.
