In 2000 is er binnen de Europese Unie een richtlijn voor waterkwaliteit vastgesteld: de Kaderrichtlijn Water. Om aan de die richtlijn te voldoen zijn afgelopen 20 jaar grote stappen gezet op het gebied van de verbetering van de waterkwaliteit. Maar we zijn er nog niet. Sterker nog, er is nog best wat werk te doen. „Maar met inspanning van alle betrokken partijen is het zeker mogelijk om nog stappen te maken”, verwacht Michaël Bentvelsen, beleidsadviseur waterkwaliteit van de Unie van Waterschappen.
Nederlandse waterkwaliteit erbarmelijk’, ’Waterkwaliteit in Nederland staat onder aan de Europese ranglijst’, ’Minister waarschuwt voor gevolgen slechte waterkwaliteit’. Enkele koppen uit de landelijke dagbladen en van de mediasites van afgelopen maanden. En inderdaad, een blik op de Europese waterkwaliteitskaart toont een niet zo optimistisch beeld. Nederland is rood. Niet gestippeld rood of gevlekt rood, maar egaal rood. Eigenlijk is er in Nederland geen water te vinden dat het predicaat ’goed’ krijgt volgens de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Overigens voldoen in geen enkel Europees land alle wateren aan de eisen. Maar bij koplopers Finland, Noorwegen en Roemenië scoort momenteel wel ruim 60% van de wateren een ’goed’.