Vier dagen konden kwekers, boeren, handelaren en verwerkers van biologische producten zich laten informeren over de nieuwste ontwikkelingen, kennis opdoen over teelt- of productietechnische onderwerpen en bijpraten met leveranciers, collega’s en potentiële afnemers. Tijdens de Biobeurs lag traditioneel de nadruk op de veehouderij en groente, maar er was ook aandacht voor de biologische sierteelt.

’Hoezo biologisch, alle planten zijn toch biologisch?’ Het is volgens Tineke Leegwater van Green up the City, de meest gestelde vraag die zij krijgen. „Biologische planten hebben uitleg nodig. Wij moeten onze klanten vertellen waarom wij kiezen voor biologische planten, of het nu om kamerplanten, vaste planten of heesters gaat.” Green up the City is een business-to-business onderneming die bemiddeld tussen kweker en bedrijven of organisaties die willen vergroenen. Als voorbeeld noemt Margareth Leegwater die samen met haar zus Green up the City runt, een containertuintjesproject in het Haagse Laakkwartier. Het bedrijf is ook betrokken bij diverse tegelwipacties van buurtorganisaties. „Belangrijk dat niet alleen de tegel eruit gaat en de plant er in, maar dat er ook eerst wat wordt gedaan aan grondverbetering. Anders ben je alleen maar bezig met plantverspilling omdat planten binnen een jaar doodgaan na aanplant. Dan ben je wel aan het vergroenen, maar alsnog niet zo duurzaam bezig.”
De ondernemers van Green up the City, Sprinklr en kwekerij Vreugdenhil hielden tijdens de kennissessie Next Generation, ondernemers in de biologische sierteelthandel op de Biobeurs een korte pitch over hun bedrijf. Op de bijeenkomst zijn onder andere een aantal bloemisten en eigenaren van kleinschalige plantencentra afgekomen.
Tijdens de sessie moedigt Liedewij Loorbach van Sprinklr ze aan om vooral biologische bloemen, maar ook planten in hun sortiment op te nemen. „Want er is echt vraag naar”, meent ze. Om haar statement kracht bij te zetten vertelt ze over de groei die webshop Sprinklr de laatste jaren heeft doorgemaakt. „Wij zijn gestart in 2016, in eerste instantie met de ambitie om de directe leefomgeving van mensen te vergroenen. Na de commotie rondom gif op planten in tuincentra hebben wij in 2019 de keuze gemaakt om uitsluitend voor biologisch te gaan. In 2021 draaiden wij break-even, afgelopen jaar hebben we een omzet van 2,7 miljoen gedraaid. De vraag naar biologisch is booming.”
Doelstelling
Dat is goed nieuws, want in de productie is het momenteel nog niet terug te zien. „Het biologische areaal sierteelt is al jaren min of meer stabiel”, aldus Maaike Raaijmakers van Bionext, de branche-organisatie van biologische producenten en organisatie achter de Biokennisweek en de Biobeurs. Maar in dat areaal moet wel verandering komen.
„De overheid heeft het doel geformuleerd dat in 2030 15% van de land- en tuinbouwproductie biologisch moet zijn. In 2022 lag dat percentage nog op 4%. Er is dus werk aan de winkel”, aldus Henk Offringa, beleidsmedewerker van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel. Volgens Offringa zijn er in 2023 stappen gezet in de voorbereiding. „Er is onder andere een consumentenonderzoek gedaan om te kijken hoe de consument kan worden overtuigd om te kiezen voor biologisch, want duidelijk is wel dat het niet alleen een kwestie is van ondernemers laten omschakelen en productie opvoeren, er moet ook markt worden gecreëerd.” Wat de rol van de overheid hierin is, als het om duurzaam biologisch inkopen gaat, wordt buiten beschouwing gelaten.
„In 2024 hopen we resultaten te gaan zien. In 2024 start ook een consumentencampagne voor meer bewustwording en herkenning van het keurmerk”, aldus Offringa. Ook komt er een subsidieregeling waarmee markt- en ketenpartijen aan de slag kunnen gaan met initiatieven om de verkoop van biologische producten te stimuleren. Daarnaast is het ministerie van LNV bezig met het organiseren van handelsmissies naar onder andere beurzen in ons omringende landen waar producenten of handelaren van biologische producten aan kunnen deelnemen.
„Aan boeren en kwekers willen we ook vooral meegeven als ze hun areaal willen vergroten, dat ze zich eerst moeten richten op het creëren van aandacht vanuit de markt, met name de consument.”
Dat de consumentenmarkt toegankelijker is dan de professionele, als het om de afzet van biologisch gaat, is bij boomkwekers inmiddels wel bekend.
Regionaal
Ook Johan Vreugdenhil, van Vreugdenhil tuinplanten, heeft de ervaring dat afzet van biologisch gekweekte planten aan de professionele markt geen succes is. Het bedrijf heeft in 2018 het merk Natuurlijk sterker gelanceerd. Toen waren ze nog niet biologisch gecertificeerd, maar kweekten wel volgens het biologische principe.
„Certificering was voor ons geen doel. We willen goede sterke planten kweken. Ik wil niet continu brandjes moeten blussen, ik wil voorkomen dat die brandjes ontstaan. Vanuit die reden zijn we onze teelt anders gaan aanpakken en hebben we de chemie de deur uitgedaan. Eerst de insecticiden en fungiciden, vervolgens de herbiciden en een jaar later hebben we ook de kunstmest in de ban gedaan.”
Vanzelf ging het niet, aldus Vreugdenhil. „De eerste jaren was het vooral pionieren en zoeken, maar van lieverlee gingen dingen steeds beter. Krijg je steeds meer grip, word je bodem gezonder. Inmiddels hebben we aanvoer van goede eigen compost, dekken onze vollegrondplanten af met bladmulch tegen onkruidgroei waaronder druppelbevloeiing ligt. We maken onze eigen potgrond voor de containerteelt, welke vrij is van veen. We blijven stappen maken in steeds verder verduurzamen, werken aan een steeds kleinere footprint. Op onze loods liggen zonnepanelen en we werken aan het elektrificeren van ons wagenpark. Het gaat niet om dat biokeurmerk, het gaat om een duurzame manier van werken en een zo laag mogelijke impact op het milieu”, aldus een gedreven Vreugdenhil.
Het bedrijf is sinds een jaar wel biologisch gecertificeerd. „Onze afzet is met name aan consumenten, daar is vraag naar biologisch.”
Biologisch sortiment
Op de vraag aan Sprinkl of ze het sortiment kan leveren die ze willen, antwoord Loorbach volmondig ja. „We leveren nu 250 verschillende soorten planten. Voor ons is dat al een enorme uitdaging om logistiek te behappen momenteel. Meer soorten zouden we dus op dit moment niet kunnen verhandelen.” Maar niet alle van de 250 soorten blijken gecertificeerd biologisch te zijn blijkt later in het gesprek. „Met name qua heesters en bomen is het lastig om deze biologisch gecertificeerd in te kopen”, erkent ze.
Bomen is overigens lastig voor een webshop meent Vreugdenhil, die naast hun plantencentrum ook via webshop verkopen. „Voor een boom is logistiek te kostbaar. En je kunt je afvragen of het heel duurzaam is als je zo milieuvriendelijk mogelijk probeert te kweken en die ene boom moet vervolgens op een vrachtwagen naar de andere kant van Nederland. Vreugdenhil richt zich mede om die reden vooral op regionale productie en afzet.
Groothandel
Zowel Sprinkl als Green up the City geeft aan dat logistiek de grootste puzzel is in hun onderneming. Green up the City lanceert dit jaar een groothandel voor biologische planten. Met de groothandel willen ze faciliteren tussen biologische kwekers en winkels. Margareth Leegwater: „In eerste instantie richten we ons met de groothandel op bloemisten, maar als er vraag vanuit hoveniers is, willen we daar ook wel in bemiddelen.” Bemiddelen, want het is vooralsnog niet de bedoeling dat er een fysieke groothandel wordt neergezet. Het bedrijf zorgt voor de inkoop van de planten van diverse kwekers, regelt het logistieke proces en zorgt dat de gewenste planten bij de winkel, of dus hovenier terecht komen. De ’groothandel’ gaat draaien onder de website b2bioplants.com. <