Larven van de lindebladwesp en de vruchtboombladwesp worden bastaardrupsen genoemd. Ze lijken op een vlinderrups, maar na verpopping verschijnt er een wespachtig insect. De larven vreten het bladmoes weg, waarna alleen een skelet van nerven overblijft. De lindebladwesp komt voor op linde en eik, de vruchtboombladwesp op kers en peer.
De lindebladwesp Caliro annulipes is een zwart wespje met een lengte van 7-8 mm (zie foto bovenaan). Na overwintering komen de wespjes in mei uit de grond tevoorschijn. Met hun legboor maken ze zakjes in de onderzijde van het blad, waarin ze eitjes leggen. Na twee weken komen de eitjes uit en verschijnen de geelbruine larven, die veel op naaktslakjes lijken. Ze zijn bedekt zijn met een half doorzichtige slijmlaag. De larven zitten onbeweeglijk op de onderzijde van het blad en lijken geen pootjes te hebben, maar dat is schijn. De zeer korte pootjes zijn onder het lichaam verborgen. De larven worden wel bastaardrupsen genoemd.