Stel, je wilt een tuin maken die er zo natuurlijk mogelijk uitziet. Dan moeten we eerst een definitie hebben van wat ’natuurlijk’ is. Voor het gemak gaan we uit van een gevarieerde beplanting.
Een dennenbos op een koude berghelling is heel natuurlijk, maar ziet er redelijk monotoon uit en niet het levendige beeld dat we meestal voor ogen hebben of wenselijk achten in een tuin.
Daarna zou je de discussie kunnen aangaan of er ’natuurlijk’ uitzien wel zin heeft als het niet met inheemse beplanting gebeurt. Deze discussie gaan we hier niet voeren, we hebben het nu alleen over het beeld. Er zijn dan variabelen waar men kennis van moet hebben en mee moet kunnen goochelen.