Voortdurend slimmer, kwalitatiever en duurzamer telen. Dat is dé grote missie voor kwekerij Joost Sterke in Haaren (N-Br.). ,,We investeren veel in precision farming. Planten, snoeien, rondsteken en ondersnijden gebeurt bij ons allemaal op GPS. Met behulp van een bodemscanner brengen we heel gericht voeding en water aan via ondergrondse druppelslangen. Met een drone tellen we onze planten en meten we ook meteen de formaten. Dat alles levert een schat aan informatie op, waarmee we onze producten en bedrijfsvoering telkens weer een stukje beter en efficiënter kunnen maken’’, zo vat eigenaar Joost Sterke de sterke ‘innovatiedrive’ samen. Ook vergroening en verduurzaming van de gewasbescherming heeft al jaren de volle aandacht. Dat gebeurt onder andere met het middel BIO 1020, dat succesvol tegen taxuskever wordt ingezet.
,,We zijn net zo’n beetje klaar met planten en beginnen nu met afleveren. Op dit moment komen er zo’n tien wagens per dag laden. Die gaan nog lang niet helemaal vol, maar het begin is er weer‘’, zegt Joost Sterke tijdens een rondje over het bedrijfsterrein en langs de velden. Zowel buiten als in de loodsen ziet alles er opvallend geordend en opgeruimd uit. ,,Allemaal te danken aan mijn team van vaste medewerkers’’, zegt Sterke, ,,die wérken hier niet alleen, maar denken ook voortdurend mee hoe het slimmer, beter en netter kan. Daar ben ik echt ontzettend blij mee.‘’
Hoewel het bedrijf de afgelopen jaren al fors groter is geworden, is er ook dit seizoen weer het een en ander uitgebreid en vernieuwd. Zo is er een hectare containerveld aangelegd en is een flink deel van het bestaande containerveld volledig gerenoveerd. Verder is er geïnvesteerd in extra tunnelkassen, waardoor er in de wintermaanden meer productie gedraaid kan worden (met meer arbeidsspreiding) en er ook veel minder schaderisico’s zijn bij (zware) nachtvorsten in het voorjaar.
Regelmatige groei zonder stress
Behalve in productiecapaciteit wordt er ook volop geïnvesteerd in innovatieve teeltkennis. In de kantine laat Sterke op de computer zien wat er met behulp van scanners, sensoren en andere precisie-apparatuur allemaal gemeten kan worden in en rondom de plant en hoe daar met gerichte voeding en vocht op ingespeeld kan worden via een uitgebreid netwerk van ondergrondse druppelslangen. ,,Alle maatregelen die we nemen zijn gericht op een regelmatige groei met zo min mogelijk stress. Daardoor verbeteren we niet alleen de kwaliteit en uniformiteit van onze producten, maar zorgen we er ook voor dat ziekten en plagen zo min mogelijk kans krijgen.’’
Gevraagd naar de invloed van vocht en voedingsstoffen op ziekte en plagen zegt Sterke dat deze ‘er zeker is, maar tegelijkertijd moeilijk inzichtelijk te krijgen is’. ,,Wij gebruiken veel verschillende soorten meststoffen in allerlei samenstellingen en doseringen. Daar komt ook nog de invloed van het water bij. Niet alleen de hoeveelheden, maar het toepassingstijdstip en de intervallen luisteren nauw. Dankzij proeven met specifieke sensoren – zoals plantdikte- en sapstroommeters – weten we daar nu veel meer van.’’ Ter illustratie toont hij een grafiek waarop te zien is welk effect een watergift heeft na een koude nacht met een lage bodemtemperatuur. ,,De groei is er in één klap helemaal uit en de plantdikte-meter geeft zelfs aan dat de planten dunner worden! Dat soort nieuwe inzichten helpen ons om de watergift nog weer wat preciezer te sturen’’, aldus Sterke.
Minder chemie, maar zéker niet zonder
Hoewel er voor wat betreft plantweerbaarheid- en gezondheid zeker iets te winnen valt met een uitgekiende watergift en voeding, blijven gewasbeschermingsmiddelen absoluut noodzakelijk om ziekten en plagen de baas te blijven, zo bedrukt de plantenkweker. Van de drie belangrijkste ziekten en plagen op zijn bedrijf – meeldauw, dopluis en taxuskever – is vooral bij meeldauw concreet ‘iets te halen’ met voeding en water. ,,De afgelopen jaren zijn we naar schatting zo’n 30 procent minder chemie gaan gebruiken tegen meeldauw. Die winst zou je dus op het conto van een beter uitgebalanceerde voeding en watergift kunnen schrijven… Maar dan nog hebben we gewoon gewasbeschermingsmiddelen nodig om meeldauw onder controle te kunnen houden. Het kan dus minder, maar zeker niet zonder.’’
Wél probeert de kweker waar mogelijk een slag te maken naar meer duurzamere middelen. Een mooi voorbeeld daarvan het gebruik van BIO 1020 tegen taxuskever. Sterke vertelt dat deze plaag in een groot aantal van zijn teelten schade kan veroorzaken, zoals in Taxus, Thuja, Photinia, Rhododendron en Viburnum. ,,We hebben er dus alle baat bij dat een goed middel als BIO 1020 nu weer op de markt is.’’ Met de woorden ‘nu weer’ doelt Sterke op de tijdelijke afwezigheid van middel van 2020 t/m 2022 – een periode die hij gelukkig kon overbruggen door op de valreep nog een flink hoeveelheid van het middel in te slaan.
Taxuskever goed beheersbaar
Sterke past BIO 1020 toe bij alle soorten die gevoelig zijn voor taxuskever. Dat gebeurt tijdens het planten, waarbij een kleine hoeveelheid BIO 1020 in een mengsel met langwerkende meststoffen in de boorgaten wordt meegegeven. ,,De schimmel zit daardoor meteen rondom de plant en kan de larven van taxuskever dan meteen aanpakken’’, zo legt hij uit. Om de schimmel actief te houden, moet de grond er rond omheen (enigszins) vochtig blijven. Sterke kan hierop sturen met de ondergrondse druppelslangen die overal in het veld liggen.
Hoewel taxuskever met BIO 1020 niet volledig te bestrijden is, is de plaag wel goed beheersbaar in alle gevoelige teelten op het bedrijf. ,,Wat dat betreft is het middel een belangrijke schakel binnen ons bedrijf die we niet graag meer zouden missen. En het feit dat BIO 1020 ook nog eens biologisch is, maakt het naar de toekomst toe alleen maar belangrijker’’, zo besluit de boomkweker.