Tweede Kamerleden Eline Vedder (CDA) en Thom van Campen (VVD) hebben maandag schriftelijke kamervragen gesteld aan landbouwminister Piet Adema (CU) over de uitspraak van de rechter in de kwestie lelieteelt in Boterveen. Maatschap Joling mag daar van de rechter geen lelies meer spuiten omdat het de gezondheid van de omwonenden zou kunnen schaden, ook al houdt Joling zich aan de regels.
Initiatiefneemster Vedder van de vragen wil samen met Van Campen van Adema weten of hij ook weet dat gewasbescherming per direct door de rechter is verboden en of hij weet op welke wet- en regelgeving deze uitspraak is gebaseerd. Ook willen ze weten of het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) niet buiten spel wordt gezet door de rechter. ‘Gaat de rechter hiermee in tegen het oordeel van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), dat juist als taak heeft om te beoordelen of gewasbeschermingsmiddelen veilig zijn voor mens, dier en milieu?’ en ‘Waarom is het Ctgb dan in het leven geroepen als blijkt dat een rechter het oordeel van deze organisatie teniet kan doen?’
Rechter op stoel Ctgb
Volgens de Kamerleden zit de rechter op de stoel van het Ctgb, als het gaat om een oordeel over wat goed is voor mens, dier en milieu. Volgens het vonnis kan ondanks het gebruik van toegelaten middelen niet worden uitgesloten dat er schade aan de gezondheid optreedt, onder meer door het gebruik van een cocktail aan middelen. De Kamerleden vragen zich af of Adema twijfelt aan de ‘zorgvuldigheid van het Ctgb als het gaat om de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en biociden’ en of de minister weet dat ‘het Ctgb bij de uitgebreide beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruikmaakt van proeven in laboratoria en dat bij de beoordeling wordt uitgegaan van één honderdste van de gevonden veilige waarde’.
Vedder en Van Campen willen weten wat de gevolgen van de uitspraak voor vergelijkbare situaties zijn, in andere teelten als middelengebruik met een kort geding kan worden verboden. Tenslotte zijn ze nieuwsgierig of Adema van plan andere ‘bezorgde omwonenden, ook buiten Dwingeloo’ te informeren over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De landbouwminister heeft een paar weken de tijd om te antwoorden op de vragen en er is mogelijkheid tot het verlengen van die periode.
