Carolus Clusius (1526-1609) wordt vaak gezien als de man die de tulp in Nederland introduceerde. Onterecht, weet Arie Dwarswaard, bibliothecaris van de KAVB in Hillegom. De Vlaamse botanicus die aan de wieg stond van de Hortus botanicus in Leiden, heeft wél veel betekend voor de verspreiding van de tulp en andere bolgewassen in Europa. „Ik zie hem daarbij toch echt wel als mijn held.”
Als geboren en getogen Lissenaar ben ik opgegroeid met het verhaal van Clusius, de man die de eerste tulpenbollen vanuit Wenen naar Nederland bracht en deze aanplantte in de Leidse Hortus botanicus. Om het naadje van de kous te horen over Charles de l’Ecluse, zoals zijn echte naam luidt, spreek ik af met Arie Dwarswaard, bibliothecaris bij de KAVB (Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur).
In de tuin van het statige pand van de KAVB in Hillegom staan beelden van reusachtige tulpenbollen. Van enige werkelijke tulpen- of andere bloei is in november bovengronds uiteraard nog geen sprake. Ook heeft het kantoor van Dwarswaard geen uitzicht op bollenvelden, zoals ik verwacht had, maar de vele schilderijen van bloeiende tulpen aan de muren maken dit meer dan goed.