Vuurdoorn wordt in sommige jaren sterk aangetast door kleine platte rupsjes die opvallende vraatgangetjes in het blad maken. Aangetaste blaadjes kunnen lang aan de struik blijven zitten waardoor de sierwaarde vermindert. Het motje is pas sinds 1984 in Nederland aanwezig.
De vuurdoorn (Pyracantha) is een groenblijvende, 4 tot 6 m hoge struik met grote scherpe stekels. Er zijn zeven Aziatische soorten met witte bloemen en rode, oranje of gele bessen. Pyracantha coccinea komt van nature voor in het Mediterrane gebied. Vuurdoorns zijn vanwege hun bloemen en bessen belangrijke sierstruiken in tuinen. De planten hebben ook een ecologische waarde, bijen bezoeken de bloemen vanwege de nectar en merels zijn dol op de bessen. Vuurdoorns die tegen muren zijn geplant bieden vogels, die er nestelen en overnachten, een uitstekende bescherming tegen katten.
Het optreden van de vuurdoornvouwmot (Phyllonorycter leucographella) kan soms de sierwaarde verminderen. Het motje heeft oranjebruine vleugels met witte strepen, de vleugelspanwijdte bedraagt 6 tot 8 mm. Het motje vliegt van april tot oktober in twee à drie generaties.